h

Behandeling College Programma

15 oktober 2006

Behandeling College Programma

De raad heeft het collegeprogramma behandeld. Onderstaand de eerste termijn van de SP.

Voorzitter,

Eerst een procedurele opmerking. Door de verkiezingen en de vorming van het nieuwe college is de normale procedure van jaarrekening, voorjaarsnota en begroting erg op elkaar gedrongen. Een voorjaarnota waarin het college haar lijnen uitzet hebben we niet gehad, ik beschouw dit collegeprogramma min of meer als een daarvoor vervangend stuk. Maar dit stuk waarin het college haar beleidsvoornemens uiteen zet, komt op het moment dat bij ons ook al de begrotingstukken voor 2007 binnen zijn. Er is dus sprake van fille vorming in de beleidsstukken, en je zou zelfs kunnen zeggen er heeft een kop en staart botsing van stukken plaats gevonden om het beeld van fille vorming maar even voort te zetten. De mogelijkheid om via een discussie over de grote lijnen bij de voorjaarsnota de begroting te beinvloeden is nu door deze kop en staart botsing in de knel gekomen. Dat betekent wat voor de behandeling van de begroting, Want naar mijn idee zullen we daar meer ruimte moeten scheppen als raad om via moties en amendementen nog onze invloed te kunnen nemen. Ik hoor graag de mening van de collega's hierover. En in dat verband vraag ik me ook af of het niet verstandig zou zijn om dit jaar weer de begroting in alle drie de commissies inhoudelijk te behandelen. Ook daarover graag de mening van de collega's.
Voorzitter dan over naar de inhoud, of liever eerst nog iets over de vorm. Het college heeft veel tijd nodig gehad en we verwachtten dan ook een doorwrocht werkstuk. Dat viel tegen. Met name de eerste twee hoofdstukken zijn eerder warrig en wollig. Het eerste hoofdstuk zou gaan over wat zijn de belangrijkste thema's? Maar dan blijkt er ineens sprake van 2 speerpunten. De samenhang tussen de thema's en de speerpunten is niet helder. Er worden in die twee eerste hoofdstukken aan de lopende band beweringen gedaan wensen uitgeschreven voornemens geuit zonder dat het onderbouwd wordt. Het onderscheid tussen feiten enerzijds en beweringen meningen of wensen anderzijds wordt niet steeds gemaakt.

Voorzitter dan nu echt over naar de inhoud. In hoofdstuk 3 worden de financiele kaders geschetst en daar ging ook veel van onze aandacht naar toe want in het coalitieakkoord wordt aangegeven dat er financiële middelen gezocht worden om de ambities van de coalitie waar te maken. Uitgangspunt is dat dit niet afgewenteld wordt op de burger. Er zou gezocht worden naar extra gelden door o.a. te kijken naar de kerntaken, actief zoeken naar co-financiering, actieve grondpolitiek, efficiency, regionale samenwerkingsverbanden en investeren in contacten binnen de provincie, Den Haag en Brussel.
Nu een half jaar verder, komt het college met bijna €30 miljoen aan extra middelen.
De dekking daarvan komt echter op geen enkele wijze van buiten , maar wordt geheel gevonden in reeds bestaande reserves en voorzieningen, een hogere afdracht uit het gemeentefonds, het verlagen van de reserve voorzieningen en nog een enkele kleine onderwerpen. Zo krijgen we dus een tentatieve sigaar uit eigen doos.
Nou heeft de SP de laatste jaren ook steeds aangegeven bij de begrotingsbehandeling en de jaarrekening dat er niet zoveel geld opgepot moet worden, maar juist besteed moet worden aan het welzijn van de Roosendaalse bevolking.
De vraag is echter of deze gelden ook besteed worden aan de goede zaken. Daarvoor moeten we dit programma naast onze eigen prioriteiten leggen.
De SP heeft 4 speerpunten

  1. een socialer beleid,
  2. meer aandacht voor de volkshuisvesting en meer gemeentelijke regie hierop
  3. oppakken van de problemen van de jeugd. Geen beleid gericht op repressie van vervelende pupers maar aandacht voor preventie goed welzijnsbeleid met name gericht op de jeugd
  4. een beter doortimmerd RO beleid beleid voor beheer openbaargebied mede ook ingeven door de noodzaak van een goede luchtkwaliteit en andere milieueisen.

Confronteren we onze eigen prioriteiten met wat we in het collegeprogramma kunnen lezen dan is maar een conclusie mogelijk we krijgen het als oppositie partij druk want u gaat niet dezelfde kant op als waarin wij willen. Ik loop onze speerpunten en de vergelijking met het collegeprogramma met u langs:
De eerste vraag is: Wordt Roosendaal met dit collegeprogramma socialer? Daarvoor moeten we naar programma 6 . In dat hoofdstuk las ik de meest schrijnende en provocerende zin uit het hele boekje: Ik citeer pagina 22 onder het kopje werk: "Onze inspanningen zijn er op gericht om burgers die zich aanmelden voor een bijstandsuitkering en die geen objectief vastgestelde beperkingen hebben om te werken, slechts gedurende 6 maanden van een bijstandsuitkering te laten genieten, zonder daarvoor een werkprestatie te leveren" einde citaat. Het meest gestruikeld ben ik over dat genieten. Degene die dat met droge ogen kan opschrijven staat wel mijlen ver van de dagelijjkse praktijk af. Ik zou zeggen gaat u eens 6 maanden genieten van €756,74- als alleenstaande ouder, of van €1081 voor een echtpaar. Met een gemiddelde huur van €450 blijft er dan een 300 respectievelijk 600 euro over om een maand lang van te genieten en lekker te gaan funshoppen in uw Rosada.
Voorts zit hier de filosofie van workfirst in. 90% van die gevallen (ook al weer zo'n woordgebruik, het zijn gevallen in uw visie, dus enerzijds profiteurs die maar een beetje lopen te genieten en anderzijds gevallen, wat een mensbeeld?.)
90% van de gevallen dus, schrijft u, worden direct of uiterlijk binnen 4 weken werk aangeboden. Het college zet het beleid met de filosofie work first dus gewoon door. Uit de halfjaarlijkse rapportage bleek echter niet dat de gevoerde methodes tot grote successen leiden. Intendeel. En met armoede bestrijding heeft het al helemaal niets meer te maken, want het is slechts de introductie van het verschijnsel van de working poor. Twee uit America overgewaaide begrippen work first en working poor. Inmiddels stijgen ook in Roosendaal de aantallen klanten van de voedselbank 260 waren het bij een bezoek van onze fractiewoordvoerder mevrouw Claessen 6 weken geleden En men vertelde haar dat er momenteel per week 60 gezinnen bij komen. Dan zouden ze er momenteel dus zo'n 320 gezinnen klant van de voedselbank zijn. Ik ben daar anno 2006 als Roosendaals volksvertenwoordiger niet trots op. Eerder voel ik plaatsvervangende schaamte voor mijn bestuurders. Doel 1 van het coalitieakkoord was om de werkloosheid terug te dringen. Het college reageert daarop met de stelling dat de realiseerbaarheid van deze doelstelling sterkt wordt bepaald door de economische ontwikkelingen en even verder als reactie op doelstelling 2 van het coalitieprogramma dat ging over het terugdringen van het aantal inwoners dat moet leven onder de armoedegrens zegt het college : Het armoede vraagstuk wordt door zoveel factoren bepaald die buiten onze directe invloedsfeer liggen dat het niet mogelijk is ons opvoorhand te commiteren aan deze doelstelling. Zo wast het college de handen in onschuld.
De vraag of Roosendaal met dit collegeprogramma dus socialer wordt, moeten we dus met een nee beantwoorden Helaas maar waar. Het is hard voor Roosendaal.

Ons tweede speerpunt was volkshuisvesting. Vorige week vertelde ik u al van mijn bezoek aan de vergadering van bewoners van de blokken 505 en 506 over het bod van Aramis om hun woningen deels te slopen. In de krant hebt u het verslag kunnen lezen de uitkomst was inderdaad dat men het aanbod van Aramis accepteert. Maar hoe? Men voelt zich met de rug tegen de muur gezet. Het liefst zagen de aanwezigen uberhaupt geen sloop. De begeleider van de woonbond legde uit dat alleen de gemeenteraad zou kunnen ingrijpen in de plannen. Deze mededelingen werd met een schouderophalen aangehoord; de gemeenteraad. Als het college ingestemd heeft dekt de coalitie dat altijd af. De gemeenteraad, nee daar had met nu wel het minste vertrouwen in. Helaas denk ik dat die bewoners een relistische inschatting maakten van hun kansen. Ik heb desalniettemin evenals GL de raadsmededelingen over de sloopplannen laten agenderen voor de cie ruimte. Je weet maar nooit.
We hebben wethouder Steven Adriaansen die door gaat voor wethouder volkshuisvesting, maar ik stel voor dat hij z'n halve salaris maar meteen doorschuift naar mevrouw van de Ven want dat is de werkelijke wethouder volkshuisvesting in deze stad. Alleen haar kan ik niet op het beleid aanspreken . De monopolist Aramis maakt de dienst uit. Dit weekend kreeg ik de mededeling dat de stichting die ging over de woonruimte verdeling is opgeheven omdat Aramis de enige deelnemer was. Lang leve de vrije markt. Ondertussen is de gemiddelde wachttijd voor een woning in Roosendaal in de eerste helft van 2006 opgelopen tot bijna 4 jaar (bron, hoe kan het anders, opnieuw Aramis)
Illustratief voor de vraag of we met dit collegeprogramma iets doen aan meer regie, meer grip van de gemeente op deze desastreuze ontwikkelingen in de volkshuisvesting was het feit dat de burgemeester bij de presentatie van het collegeprogramma tijdens het Roosendaals treffen het hele punt vergat. Begrijpelijk want er staat ook vrijwel niets over in in het stuk.
Inderdaad het is hard voor Roosendaal.
Overigens stonden er ook niet veel doelen betreffende de volkshuisvesting in het coalitieprogramma. Van de enige twee doelen uit dit programmaonderdeel ging er wel een over het snel oplossen van het probleem moskeeen. Waar die te huisvesten? Het was in het formatieproces een wens van alle partijen om hierover snel duidelijkheid te verschaffen. In het coalitieakkoord staat daarom een termijn van 6 maanden. Het collegeprogramma wenst zich daar niet op vast te leggen. Maar inmiddels hebben we een presentatie achter de rug en spreken we nu al over het jaar 2008, als het mee zit. Hard voor Roosendaal.

Ons derde speerpunt was meer preventieve aandacht voor de jeugd.
Als raad hebben we j.l. donderdag naar aanleiding van een zogenaamde motie vreemd aan de orde van de dag uitvoerig gedateerd over dit onderwerp. Dit naar aanleiding van de situatie met enkele hangjongeren in de Kroeven. We gaan dat debat niet over doen. Maar ik vond het een beetje gênant om zo'n debat te doen aan de hand van een min of meer toevallige motie in plaats van aan de hand van een goed onderbouwde beleidsnotitie. Wat er over in het collegeprogramma staat is uiterst mager. Beloofd wordt op pagina 20 dat er een actieplan komt waarin op hoofdlijnen aan zal worden gegeven hoe de verantwoordelijkheden de komende jaren zullen worden ingevuld. Wat ik daar allemaal precies moet onderverstaan is me op dit moment niet duidelijk, maar kan de wethouder aangeven wanneer dat actieplan beschikbaar zal zijn? Wat de visie is van dit college op de toekomst van het Roosendaals welzijnswerk houden ze nog geheim. Of is er geen visie? In het programma heb ik er niks over kunnen vinden, behalve iets over het buurthuiswerk in Heerle. Maar misschien denkt de wethouder je moet klein beginnen, als ik u was had ik dan Moerstraten genomen. Maar wat de toekomst wordt van de Roosendaalse buurthuizen blijft een raadsel. U zegt te gaan overwegen of er een andere subsidierelatie moet komen met o.a. het SIW Kan de wethouder zeggen wanneer hij met die overwegingen klaar denkt te zijn?

Dan tenslotte voorzitter en dan kom ik tot een afronding ons vierde speerpunt: Het beheer van het openbaargebied en het RO beleid. Onlangs kregen we een presentatie over de nieuwste inzichten in de kwestie luchtkwaliteit. In de nieuwste analyses zijn de problemen op korte termijn weg gerekend. We kenden die rekenmethode al van de discussie over de luchtkwaliteit en het FOC. Maar het probleem is niet voor lang van de agenda. Uit de presentatie bleek dat er binnen afzienbare tijd opnieuw plaatsen zullen zijn waar de grenswaarden zullen worden overschreden. Opnieuw het punt afslag A17 Freijterslaan maar natuurlijk heeft dat niets met het FOC te maken. Eén van de aanbevelingen uit de recente studie was om te kijken naar welke maatregelen je nu als gemeente daadwerkelijk kunt beïnvloeden. Dat zijn met name de knelpunten gerelateerd aan verkeer. En dan is het meest door de gemeente beïnvloedbaar de dosering en de doorstroming van het verkeer en het sturen van voertuigstromen over gewenste routes. Dan springen als je de situatie in Roosendaal overziet twee dingen in het oog: Ten eerste hoe halen we het in ons hoofd om meer auto's naar de binnenstad te trekken door de parkeergarage in het hart van de stad te bouwen/ Da's pas hart voor Roosendaal! En ten tweede hoe halen we het in ons hoofd om meer auto's naar Roosendaal te trekken voor de funshop idioterie of te wel het FOC. Met deze kapitale blunders wordt Roosendaal naar de steeds grotere problemen geleid. Maar in plaats van zich achter het oor te krabben en je af te vragen: zijn we wel goed bezig, kunnen we soms bijsturen? gaat dit college gewoon vrolijk op de eenmaal ingeslagen rampkoers verder. Elders in Brabant breekt het inzicht door dat we moeten zorgen dat we de automobiliteit moeten terugdringen en vooral dat we er voor moeten zorgen dat we minder auto's naar de binnensteden moeten leiden. Het openbaarvervoer moet gestimuleerd. We doen in Roosendaal ooit spoorstad en dus ov stad exact het tegenovergestelde. En we doen 2 verkeerde dingen bovendien nog gelijktijdig. Het voorbereiden van het naar de binnenstad halen van meer auto's gelijk met het meer naar Roosendaal trekken van auto's voor de funshoppers in het Rosada. Deze bizarre combinatie of beter desastreuze stadsplanning leidt er ook nog eens toe dat de bestaande middenstand het water aan de lippen staat. Het is inderdaad allemaal hard voor Roosendaal.

Vul hierboven uw contactgegevens in. We gebruiken deze gegevens om persoonlijk contact met u op te kunnen nemen.
Meer informatie staat in ons 
privacy reglement

 

Volg SP Roosendaal

U bent hier