SP dient motie van afkeuring tegen het college in
SP dient motie van afkeuring tegen het college in
De SP heeft tijdens de raadsvergadering van 30 november jl. een motie van afkeuring ingediend naar aanleiding van een onderzoek van de rekenkamer over het nakomen van toezegingen aan de raad.
Uiteindelijk is de motie verworpen met de SP, Goen Links en D'66 als voorstemmers en de overige fracties (PvdA, Roosendaalse Lijst, CDA en VVD) tegen.
Het was schokkend om te ervaren dat de meerderheid van de raad de motie niet wilde steunen en daarmee geen stelling wilde (of durfde?) nemen tegen het college van BenW. Alhoewel de meererheid van de raad het eens was met de overwegingen en de oordelen van de SP over de handelwijze van het college steunde men toch het college. Het dualistisch bestel waarin de gemeenteraad een eigen verantwoordelijkheid heeft binnen het bestuur bleek weer eens ver weg te zijn. Het was uiteindelijk weer ht klassieke patroon, waarbij collegepartijen het colege dekken en het CDA durfde het net niet aan om de motie te steunen.
Positief was dat bijna ale fracties aangegeven hebben dat het colege een groot probleem heeft indien in de toekomst wederom blijkt dat ze toezeggingen aan de raad niet nakomt. Voor de SP ligt op dat moment een motie van wantrouwen voor de hand. We zullen zien hoe recht de ruggen bij de andere partijen zijn als dit nogmaals aan de orde komt.
Onderstaand de bijdrage van de SP in 1e termijn en de tekst van de motie van afkeuring.
Namens de SP fractie,
Peter den Hartog
1e Termijn
Voorzitter, de SP fractie was verbijsterd toen ze het rapport van de Rekenkamer gelezen had. Het is nogal wat dat bij een onderzoek door een objectieve, externe instantie geconcludeerd wordt dat het college in 8 van de 19 gevallen (bijna de helft) niet tijdig en/of volledig doet wat ze de raad toezegt.
In eerste instantie heb je dan de indruk dat je als raad niet voldoende serieus genomen wordt door het college, want we hebben het hier over zaken die in de politiek als doodzonde gekenmerkt worden.
Voorzitter, De SP fractie ging ervan uit dat er vervolgens twee mogelijkheden waren.
- Het college geeft ruiterlijk toe dat ze niet tijdig en/of onvolledig doet wat ze de raad toegezegd heeft.
- Het college weerlegt de conclusies van de rekenkamer.
Dat is krachtig en geeft helderheid.
In het eerste geval zou er een stevig debat met de raad gehouden worden en in het tweede geval heeft de rekenkamer het een en ander uit te leggen.
Maar wat doet het college. Ze gaan schipperen door enerzijds te stellen het eens te zijn met de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer en anderzijds te zeggen het niet eens te zijn met 4 van de 8 bevindingen en dit zonder argumentatie.
Dat lijkt op draaierigheid en geeft geen helderheid en komt derhalve niet krachtig over.
Voorzitter, mij moet van het hart dat de behandeling van het rekenkamer rapport in de commissie Bestuur een grote deceptie was.
Vragen over uitleg over de 4 door het college bestreden bevindingen werden uiteindelijk door de rekenkamer beantwoord en niet door het college. De antwoorden zijn te vinden op pagina 15 van het rapport van de Rekenkamer.
In twee gevallen deed het college de helft van wat toegezegd was waarmee duidelijk is dat de raad onvolledig geïnformeerd is, in 1 geval werd structureel geld beschikbaar gesteld maar is geen begrotingswijziging doorgevoerd (onvolledig dus) en in 1 geval is een toegezegde bijeenkomst met de commissie niet gehouden (ook onvolledig).
Kortom feitelijk staat vast dat het college in 8 van de 19 onderzochte gevallen onvolledig en/of niet tijdig toezeggingen aan de raad is nagekomen.
De SP fractie is van mening dat het college dit ruiterlijk toe dient te geven. Eerst toegeven dat fouten gemaakt zijn om vervolgens maatregelen te treffen om dit voor de toekomst te voorkomen. Graag een reactie van het college op deze conclusie.
De SP fractie vindt het ook niet van zorgvuldigheid getuigen dat het verbeterplan kwaliteit raadsvoorstel en communicatie met de raad gelijktijdig met het rapport verspreid is en heeft sterk de indruk dat dit een bewuste strategie van het college is.
Een gevolg hiervan was dat de commissievergadering dan ook voornamelijk ging over de oplossingen naar de toekomst gericht en nauwelijks over de oorzaken. Vooral de collegepartijen gebruikten dit naar de mening van de SP fractie om maar niet over de oorzaken en het feit dat het college in bijna de helft van hun toezeggingen aan de raad deze niet nakomt of onvolledig nakomt. Voorzitter als je iets fout gedaan hebt is het altijd het beste om dat eerst te erkennen om vervolgens oplossingen te zoeken en verbetervoorstellen te doen.
Voorzitter indien de raad dit onbesproken laat is zij in het dualistisch bestel geen knip voor de neus waard, zowel op het gebied van kaderstelling als controle.
Het heeft de SP fractie in hoge mate gestoord dat tijdens de commissie bestuur van 7 november jl. bij de beantwoording van vragen van de Roosendaalse Lijst over RBC bleek dat het college volhardt in haar door de Rekenkamer gelaakte handelswijze door ook hier een raadsbesluit niet strikt na te leven, maar in de geest van een besluit te werken.
Eigenhandig heeft het college besloten om de in te stellen commissie voor RBC niet uit drie, zoals door de raad besloten, maar uit twee leden te laten bestaan.
In plaats van dit toe te geven en snel de fout te herstellen gaf te portefeuillehouder aan niet te weten wat de oorzaak is en vervolgens gebeurde er niks.
Voorzitter ik had nog de hoop dat het college hieruit lering zou trekken en de fout onmiddellijk zou herstellen door een brief naar de raad te sturen over deze niet nagekomen toezegging. Helaas, …. het bleef stil en hiermee werd naar het oordeel van de SP duidelijk dat het college zich enerzijds wel formeel achter de conclusies en aanbevelingen van het rekenkamerrapport schaart, maar er in de praktijk geen ander gedrag te zien is, waarmee het college volhardt in haar door de Rekenkamer gelaakte handelswijze.
Dit laatste was voor ons de spreekwoordelijke druppel en derhalve zijn we genoodzaakt om de raad middels een motie van afkeuring haar standpunt te vragen over de handelwijze van het college met betrekking tot de bevindingen en conclusies van het rapport van de rekenkamer.
Motie
Voorzitter, dan nog een enkele opmerking over het verbeterplan.
De SP waardeert met in achtneming van wat hiervoor gezegd is dat het college snel gereageerd heeft door met verbetervoorstellen te komen.
De interne opleiding “werken aan politieke besluitvorming” is op zich een goed initiatief, maar door je alleen te richten op opleiden en je niet of te weinig te richten op de bedrijfscultuur heb je slechts de helft van het probleem te pakken.
Het in het rapport geschetste sfeerbeeld dat de ambtelijke top zich te weinig bewust is of wil zijn van de positie van de gemeenteraad binnen de politieke besluitvorming is bepaald zorgelijk te noemen.
Wij adviseren het college dan ook om hier aandacht aan te besteden in nader uit te werken aanbevelingen.
Voor het overige kan de SP fractie zich vinden in het verbeterplan, waarbij we de hoop uitspreken dat het niet blijft bij intenties, maar dat we in de praktijk gaan zien dat het college in de toekomst toezeggingen aan de raad strikt na zal komen.
Dank u
Motie
Motie van afkeuring
Rapport rekenkamer inzake nakoming toezeggingen
van het college van B&W aan de gemeenteraad
De raad van de gemeente Roosendaal, in vergadering bijeen op donderdag
30 november 2006 gehoord hebbende de beraadslaging over de het Rekenkamerrapport.
Overwegende dat:
- De Rekenkamer concludeert dat het college van B&W een groot deel van de toezeggingen niet adequaat is nagekomen;
- Bij 8 van de 19 onderzochte toezeggingen het college niet tijdig en/of volledig doet wat zij aan de raad toegezegd heeft;
- Het college zich niet kan vinden in de door de Rekenkamer geregistreerde nakoming van de onderzochte toezeggingen door te stellen dat slechts in vier gevallen sprake is van niet nakoming, gedeeltelijke nakoming of ontijdige nakoming;
- Ondanks dit verweer van het college zij wel de conclusies van het onderzoek onderschrijft en de aanbevelingen overneemt;
- Tijdens de commissie bestuur van 7 november 2006 bij de beantwoording van raadsvragen van de Roosendaalse Lijst over RBC bleek dat het college persisteert in haar gedrag door bij de uitvoering van het raadsbesluit over een in te stellen commissie m.b.t. financiële perikelen bij RBC ook hier weer in de geest van toezeggingen aan de raad werkt in plaats van toezeggingen strikt na te leven.
Van oordeel zijn de dat:
- Uit het voorgaande blijkt dat het college enerzijds aangeeft het (deels) niet met de bevindingen van de rekenkamer eens te zijn en anderzijds de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer overneemt;
- Dit op z’n minst de schijn wekt dat het college zich wel formeel achter de conclusies en aanbevelingen schaart, maar onvoldoende lering wil trekken uit het rapport;
- Het college niet ruiterlijk wil erkennen het oneens te zijn met de conclusies en slechts zonder argumentatie aangeeft het niet eens te zijn met de conclusies van vier onderzochte gevallen;
- Bij de uitvoering van het Raadsbesluit over het instellen van een commissie bij RBC het college een opdracht van de raad niet uitvoert en daarmee volhardt in haar door de Rekenkamer gelaakte handelswijze.
Spreekt zijn afkeuring uit over de wijze waarop het college van B&W met de bevindingen en conclusies van het rapport van de Rekenkamer inzake nakoming toezeggingen aan de raad omgegaan is.
en gaat over tot de orde van de vergadering
Peter den Hartog,
namens de fractie van de SP