Roosendaal

Is het wel zo onveilig in de binnenstad? Sommige bewoners vermoeden onder elke losliggende stoeptegel een drugsdealer, andere mensen vinden het nog steeds geweldig wonen in de binnenstad.

De meningen waren dus nogal verdeeld gisteravond, tijdens de bijeenkomst van het bewonersplatform Centrum over het thema veiligheid in de binnenstad. Zo’n kleine honderd bezoekers waren naar deSuite gekomen.

Het eerste deel van de avond spitste zich toe op problemen rond drugspanden, growshops, belhuizen en smartshops.

Vertegenwoordigers van zeven politieke partijen mochten eerst hun zegje erover doen, maar brachten weinig nieuwe gezichtspunten aan het licht. Gemeenplaatsen als handhaven, veiligheidsgevoel vergroten en kordaat optreden waren bij alle partijen te horen.

Ook werd gesproken over het uit de stad plaatsen van de drugspanden. Op de vraag waar die panden dan naar toe moeten, antwoordde wethouder Peter Buijs dat het een plek aan de snelweg moet zijn, waar goed geparkeerd kan worden en waar de politie, brandweer en hulpdiensten gemakkelijk kunnen controleren.

Essen

D’66-kandidaat André van Wanrooij had er geen probleem mee als de overlast zich naar de buren zou verplaatsen. „Van mij mag zo’n koffieshop gerust aan de grens komen en als de burgemeester van Essen daar moeite mee heeft, moet hij de Rijkswacht maar net over de grens laten controleren.“

Volgens de zaal heeft het probleem zich naar andere gebieden verplaatst, zoals het Emile van Loonpark, dat vanwege de kasseien ontoegankelijk is voor mensen die slecht ter been zijn. „Het is een hol voor gespuis geworden“, kreeg het forum te horen. Ook gebieden rond Kalsdonk, het station, Borchwerf en het Red Band Sportpark werden als dealerplekken genoemd.

Na de pauze kwam de onveiligheid aan de orde die bewoners voelen als de stappers in het weekend huiswaarts gaan. „Er worden vernielingen aan auto’s aangericht, er wordt in portieken geplast en er is veel geluidsoverlast. Planten worden uit bloembakken gerukt en auto’s moeten het ontgelden“, gaven enkele centrumbewoners aan.

Wijkagent Berry de Jong ging meteen op die opmerkingen in. „Wij noemen dat de loop- en slooproutes. In het centrum zijn onze mensen aanwezig en op de looproutes hebben we vaak koppeltjes in burger lopen. Er wordt aan gewerkt om dat soort overlast te voorkomen.“ Toch kreeg hij niet de handen op elkaar.

Een jonge bewoner uit de Oliemolen wilde een ander geluid laten horen. Hij complimenteerde de mensen van Courage en zei veilig te wonen in de binnenstad, wat hem op applaus kwam te staan.

Op het moment dat enkele bewoners opnieuw begonnen over de drugsoverlast, kregen zij kritiek van andere centrumbewoners. Zij vinden dat de binnenstad nog steeds de moeite waard is om er te wonen en dat mensen moeten waken voor angsthazerij.

De goederentreinen door de stad, losliggende tegels en de bereikbaarheid van de politie in het weekend en de avond kwamen ook nog aan bod.